Blog
Mijn fluoresecerende 4-L
Posts by : Decorage | april 30, 2017Sinds vandaag hoef ik de lampen van mijn Renault 4 bijna niet meer aan te steken. Mijn Quatrelle (afgekort 4-L), zoals ze ‘m in Frankrijk noemen, geeft een soort van licht in het donker!
Het was niet de bedoeling hoor, dit fluorescerend statement, maar mijn kleurenfetisj is weer eens extremer uitgepakt dan ik bedoelde. Bij het naar school brengen van onze jongste vanmorgen voelde ik me dan ook lichtelijk opgelaten toen ik de drukke parkeerplaats op reed. Nou moet ik toegeven, de oude witte met roestvlekken bespikkelde Quatrelle viel voorheen heus
ook al op. ‘Die blonde Hollandse die hortend en stotend door het pompen van de choke het schoolplein bijna op rijdt, intussen met een zeempje haar
voorruit poetsend…’
Pijn aan je ogen
Ik hóór het de ouders van de andere kinderen bijna denken. Waarna
de benzinedampen met loodvervanger een stinkende herinnering
aan mijn komst achterlaten. Maar vandaag moesten de ouders behalve een neusknijper ook een zonnebril opzetten…
Waarom?
Hoezo fluo? Nou, het kleurenpalet van de plaatselijke doe-het-zelfzaak is niet conform de realiteit zal ik maar voorzichtig concluderen. Manlief en ik hingen boven de verfwaaier en wezen een authentiek erwtjes-groen aan. Dat zou mijn Franse scheurbakkie wel goed doen. Na drie jaar door weer en wind te hebben gereden leek het retro wagentje bijna het paard van Pippi Langkous: wit met (roestige) spikkels. Een lik verf zou dus wel volstaan. Maar tijdens het openklikken van de pot zeiden Maarten en ik in koor: “Euh, deze kleur is toch veel lichter?” Onze drang om aan de slag te gaan was echter te groot. Ik doopte een kwast in de pot en prevelde: “Misschien dat de kleur bijtrekt als hij droog is?”
C’est quoi?!
Voordat we er erg in hadden stonden we fanatiek te rollen en te schilderen. De zon scheen, appelcider erbij. We waren in onze sas. Totdat onze bevriende wijnboer Vincent spontaan het erf op stapte en een gilletje slaakte: “C’est quoi ça?! C’est fluo!” Dat was denk ik onze eerste realitycheck. “Ja, hij gaf wel een beetje licht ja”, zeiden we, nog steeds enigs- zins in de ontkenningsfase. Maar dat zou met verflaag twee wel goed komen. Voorzichtig opperde onze vriend wat andere kleuren. Terwijl de discussie aanhield, rolden wij stug door. Waar waren we aan begonnen, fluo? dacht ik bij mezelf.
70km/u in tweede versnelling
Het bracht me terug naar het moment waarop we het Renaultje vonden, in z’n originele witte lak. In een schuur bij een 93-jarige boer, waar we industriële werkbanken opkochten. Het leek de perfect vondst: zo’n wa- gen die werd verzorgd en geliefkoosd door een bejaarde. Maar al snel bleek het de duurste vergissing ooit. Alles moest worden vervangen. Alleen de buitenkant bleef authentiek wit. De mensen in het dorp wisten te vertellen dat de 4-L van meneer Pépinière (slechthorend!) altijd in de tweede versnel- ling rondreed, ook met zeventig kilometer per uur. Dat verklaarde veel reparaties.
Nu, na al die jaren, maakt deze oldtimer z’n rentree. Fluo of niet, het feit dat meester Remy en meester Arno op het schooplein hun duim opstaken en me verbaasd nastaarden, belooft in elk geval dat deze Quatrelle niet snel zal worden vergeten.
Allez-hop!